De nieuwe BTW-ketting vanaf 1 januari 202521 Januari 2025

Vanaf 1 januari 2025 treedt de nieuwe BTW-ketting in werking. Gelieve hierna een overzicht van de nieuwe regels te willen vinden. De fiscus liet al weten dat de nieuwe regels niet volledig uitgerold zullen worden vanaf 1 januari 2025.

Wijzigingen met betrekking tot de aangifte- en teruggavemodaliteiten

-       Voorstel tot vervangende aangifte

Één van de krachtlijn van de modernisering van de BTW-ketting is het sneller innen van verschuldigde BTW-bedragen. Daarom wordt de bijzondere rekening, een onderdeel van de opvolging van niet-ingediende BTW-aangiften vervangen door de regeling van de

vervangende btw-aangifte.

Als de BTW-plichtige zijn periodieke BTW-aangifte niet tijdig heeft ingediend, volgt er na het verstrijken van drie maanden na het betrokken aangiftetijdvak in principe een kennisgeving van een voorstel van vervangende BTW-aangifte.

Dit is een voorstel tot aangifte waarin het hoogst verschuldigde btw-bedrag uit alle btw-aangiften van de afgelopen twaalf maanden (her)opgenomen wordt. De twaalf maanden worden teruggeteld vanaf de periode waarop de niet-ingediende aangifte betrekking heeft. Is het bedrag kleiner dan € 2.100 dan vermeldt de voorlopig vervangende aangifte € 2.100 verschuldigde BTW.

De belastingplichtige kan de procedure van vervangende btw-aangifte stopzetten door de aangifte alsnog in te dienen en dit binnen de termijn van één maand na de datum van uitwerking van de kennisgeving van het voorstel — namelijk de derde werkdag volgend op de verzending.

Wanneer de BTW-aangifte niet wordt ingediend door de belastingplichtige binnen voormelde maand wordt de vervangende aangifte definitief. De belastingplichtige kan deze dan enkel nog betwisten door een administratief bezwaar aan te tekenen.

Ten alle tijde kan de btw-administratie na het uitvoeren van een controle het definitieve voorstel corrigeren.

-       Verlenging van de aangiftetermijn bij een kwartaalaangifte

Een btw-belastingplichtige dient altijd een btw-aangifte in voor een bepaalde aangifteperiode. Dit vindt meestal plaats op maandelijkse basis, maar soms ook per kwartaal.

Vanaf januari 2025 wordt de aangiftetermijn voor belastingplichtigen die een kwartaalbasis hanteren met vijf dagen verlengd: zij zullen vijfentwintig in plaats van twintig dagen de tijd krijgen. Heel concreet wil dit zeggen dat de aangifte ten laatste op de vijfentwintigste dag van de eerstvolgende maand na afloop van het kwartaal moet worden ingediend. Die langere indieningstermijn voor kwartaalaangevers geldt ook voor de betaling van de door hen verschuldigde BTW.

Voor maandaangevers blijft de situatie ongewijzigd.

-       Gewijzigde teruggavemodaliteiten

Binnen het huidige systeem kan een belastingplichtige de teruggave van een btw-tegoed aanvragen. Deze aanvraag wordt ingediend bij de btw-aangifte van het desbetreffende kalenderkwartaal. Bij een goedkeuring wordt het tegoed vervolgens op de rekening-courant ingeschreven en terugbetaald aan de belastingplichtige.

Vanaf 2025 zal de teruggave van btw-tegoeden via de btw-aangifte alleen nog kunnen plaatsvinden voor tegoeden die voortvloeien uit de aangifte zelf. Voor tegoeden die voortkomen uit eerdere aangiftes zal men een aparte procedure moeten navolgen.

Voor belastingplichtigen die hun aangiften op kwartaalbasis indienen, blijven de huidige termijnen geldig, en verandert er dus niets. Belastingplichtigen die hun aangiften op maandelijkse basis indienen, zullen voortaan maandelijks hun btw-tegoed kunnen terugvragen. Zij ontvangen dan binnen de twee maanden na het verlopen van de aangiftetermijn een terugbetaling. Met deze nieuwe maatregel verdwijnt ook de vergunning voor versnelde (maandelijkse) teruggave.

Een belangrijke kanttekening hierbij is dat een teruggave van een tegoed enkel en alleen kan plaatsvinden indien alle btw-aangiften van de laatste zes maanden werden ingediend binnen de opgelegde termijnen. Daarnaast moet het tegoed minstens 50 euro bedragen.

Wijziging met betrekking tot de btw-procedureregels

-       Dwingende antwoordtermijn bij het opvragen van inlichtingen

Tot op heden geldt er bij het opvragen van inlichtingen door autoriteiten geen dwingende termijn waarbinnen belastingplichten moeten antwoorden. Vanaf 1 januari 2025 zal er wel een dwingende termijn gehanteerd worden: de belastingplichtige dient binnen de maand — vanaf de derde werkdag na de verzending van de vraag — schriftelijk te antwoorden.

In enkele gevallen zal de antwoordtermijn ingekort worden tot tien dagen. Dit zal het geval zijn wanneer de rechten van de Schatkist in gevaar zijn en wanneer de vraag om inlichtingen deel uitmaakt van een controle met betrekking tot een teruggaafverzoek bij een periodieke btw-aangifte. In het laatstgenoemde geval kan de btw-administratie bij een niet tijdig antwoord het tegoed inhouden als bewarende maatregel.

De belastingplichtige heeft altijd de mogelijkheid om een verzoek tot verlening van de termijn in te dienen, maar de administratie zal deze enkel bij gegronde redenen inwilligen.

-       Nieuwe betaalmogelijkheid

Vanaf 2026 zal, naast de manuele overschrijving, ook de mogelijkheid bestaan om een mandaat aan de FOD Financiën te geven en zo je btw-schuld af te lossen via domicilieringen. Over de praktische gang van zaken volgt later nog meer informatie.

-       Afschaffing rekening-courant

Wanneer de belastingplichtige na een btw-aangifte een teruggave ontvangt, draagt men het desbetreffende saldo over naar de volgende aangiftetermijn. Het bedrag wordt dan afgezet tegen de toekomstige betaalposities of men kan dit bedrag terugvragen. Heel concreet wil dit zeggen dat het overschot wordt ingeschreven op een rekening-courant: een rekening waarop alle schulden en tegoeden van iedere individuele belastingplichtige overzichtelijk worden gebundeld. Deze rekening wordt bijgehouden door de btw-administratie.

Vanaf 2025 wordt de rekening-courant afgeschaft en vervangen door de provisierekening btw. Het beheer hiervan gebeurt online op MyMinFin, waardoor belastingplichtigen vrijwel onmiddellijk en zonder formaliteiten een teruggave van btw-verzoeken kunnen aanvragen via het portaal. Het heeft dus een gelijkaardige werkwijze, maar moet vooral de werking voor zowel de btw-administratie als de belastingplichtige vereenvoudigen.

Zoals hierboven vermeld, blijft een teruggave via de aangifte ook deels mogelijk.

-       Aangepaste boetes bij laattijdige en/of niet indiening van uw aangifte en bij niet betaling van uw btw schuld.

Vanaf 1 januari 2025 zijn volgende boetes aangepast:

• de boete wegens laattijdige indiening van de periodieke btw-aangifte

• de boete wegens niet-indiening van de periodieke btw-aangifte

• de boete wegens niet-betaling verschuldigde btw die voortvloeit uit een periodieke btw-aangifte

1. Boete wegens laattijdige indiening van uw periodieke aangifte

De nieuwe boete bij laattijdige indiening van een periodieke btw-aangifte bedraagt 100 euro per maand vertraging, met een maximum van 500 euro.

Deze boete kan opgelegd worden:

• bij laattijdige indiening wanneer de aangifte ingediend werd met maximaal 5 maanden vertraging,

• bij laattijdige indiening in de periode tussen de kennisgeving van het voorstel van vervangende aangifte en het definitief worden van het voorstel van vervangende aangifte.

2. Boete wegens niet – indiening van uw periodieke aangifte

Wanneer u uw periodieke btw-aangifte niet indient, legt de administratie volgende boete op:

• 500 euro voor de 1ste overtreding

• 1.250 euro voor de 2de overtreding

• 2.500 euro voor de 3de overtreding

• 5.000 euro voor elke volgende overtreding

Voor de bepaling van het bedrag van de geldboete houdt de administratie rekening met overtredingen van dezelfde soort.
De periode, waarin teruggegaan wordt om na te zien of een soort gelijke overtreding reeds begaan werd, bedraagt de voorbije vier jaar die voorafgaan aan het tijdstip waarop deze overtreding werd begaan.

de administratie beschouwt een overtreding als een eerste overtreding als er voor voorgaande overtredingen van dezelfde soort geen boete werd opgelegd.

3. Boete wegens niet en/of gedeeltelijke betaling van de btw-schuld alsook bij niet tijdige betaling 

De boete bij gehele of gedeeltelijke niet-betaling en niet-tijdige betaling van de btw waarvan de opeisbaarheid blijkt uit een periodieke btw-aangifte of uit een definitieve vervangende aangifte, bepalen we voortaan als volgt:

• De verschuldigde btw blijkt uit een tijdig ingediende periodieke btw-aangifte:
5 % van de verschuldigde belasting.

• De verschuldigde btw blijkt uit een laattijdig ingediende btw-aangifte.
Hieronder vallen ook de aangiften die worden ingediend na de kennisgeving van vervangende aangifte, maar vooraleer de vervangende aangifte definitief wordt:

10 % van de verschuldigde belasting.

• De verschuldigde btw blijkt uit een definitief geworden vervangende aangifte:
15 % van de verschuldigde belasting.

Heeft u nog vragen of wilt u graag nog wat extra informatie verkrijgen over deze nieuwe btw-regels, aarzel niet om uw dossierbeheerder te contacteren. Wij helpen u graag verder!

Terug naar overzicht